Thematisch werken binnen wereld oriëntatie
Thematisch werken
Naast de lessen die uit de methode gegeven worden, hebben we op school ook thematijd. In deze tijd heeft elke groep een eigen thema ( soms is het thema schoolbreed) Binnen dit thema worden de vakken wereldoriëntatie ( aardrijkskunde, geschiedenis, biologie) gegeven. En werken we met onderzoeksvragen van leerlingen waarbij kinderen kennismaken met 21st century skills . De kinderen leren samenwerken en de betrokkenheid wordt vergroot omdat leerlingen zelf mee mogen bepalen wat ze echt willen leren. Bovendien zullen ze de basisvaardigheden die ze in de ochtend tijdens de instructie lessen aangeleerd krijgen steeds meer leren toepassen binnen de thematijd. Hierdoor krijgt het ook echt betekenis voor de kinderen.
Belangrijke uitgangspunten bij onderzoekend leren:
- Onderzoekend leren doen je niet (altijd) in stilte. Leerlingen werken samen. Door in gesprek te gaan en uit te wisselen wat zij al weten of wat ze denken, ontwikkelen ze diverse gespreks- en denkvaardigheden.
- Om alle kinderen betrokken en actief te laten zijn wordt er gebruik gemaakt van verschillende werkvormen ( en groepssamenstellingen). Die zorgen ervoor dat er wederzijdse afhankelijkheid ontstaat. Of te wel; zonder jouw bijdrage is er geen ( complete) resultaat. Kinderen leren elkaar hier ook feedback op te geven.
- Bij onderzoekend leren gaat het er niet om dat zo snel mogelijk het juiste antwoord wordt gegeven. Het gaat veel meer nog om het proces van vraag naar antwoord. Dat proces kent verschillende stappen, zoals vormgegeven in de cyclus “aan de slag met onderzoeksvragen’. Het uitgangspunt is daarbij een interessant onderwerp, dan voorkennis ophalen en delen, de vraag formuleren, een hypothese stellen, op zoek naar het antwoord, presenteren en evalueren.
- Reflecteren is essentieel bij onderzoekend leren en is op twee aspecten gericht: product en proces. Bij het product gaat het er om dat in beeld gebracht wordt wat het onderzoek heeft opgeleverd. Bij het proces wordt terug gekeken op het ‘hoe?” van het uitvoeren van het onderzoek. In het ‘hoe’ liggen allerlei vaardigheden verborgen. Door daar tijdens het proces al op te reflecteren zorgt de leerkracht ervoor dat vaardigheden worden versterkt en succeservaringen worden opgedaan.
Het onderwijs in groep 1-2
In de groepen 1-2 werken we thematisch met een vast dagritmeschema. We stimuleren de kinderen om spelend en onderzoekend te leren, hier passen we ons onderwijs op aan. We combineren taal, lezen, rekenen en de sociaal-emotionele ontwikkeling hierin. De volgende activiteiten komen aan bod:
Kringactiviteiten; voor taal- en rekenontwikkeling
Werken met ontwikkelingsmaterialen
Voorbereidende reken, lees- en schrijfactiviteiten
Bewegingsonderwijs en buitenspel
Muziek; zang en dans
Drama; uitbeelden van emoties van kinderen
Sociaal emotioneel; met de methode Kwink
De combinatie groep 1-2 heeft als voordeel dat de kinderen elkaar helpen en stimuleren zonder dat daar een volwassene bij nodig is. De jongsten voelen zich snel thuis en de ervaren kleuter voelt zich ‘groot’ en ‘verantwoordelijk’ voor het welzijn van hun klasgenootje. Gedurende het schooljaar worden de groepen groter omdat er 4-jarigen bijkomen.